We gaan instromen, of beter gezegd wéér instromen. Heb ik vorige keer al aangestipt in deze column. Nu ga ik de diepte in.
Als je de fasetraining nog kent ben je net zo oud als ik, richting eind veertig. Mooi gezegd hè.
Ken je de bondstraining nog, dan ben je de leeftijd van Niklas, mijn jongste van 18. Beide trainingen bestaan niet meer. Feitelijk is er al een tijdje weinig tot niets meer georganiseerd met betrokkenheid door de KNLTB voor kinderen van 6 tot 10 jaar met bovenmatige aanleg.
Als iets is opgedoekt terwijl het goed was, moet je niet schromen om het weer terug te halen. Dus gaan we (weer) instromen; training voor kinderen die cluboverstijgend niveau hebben en die het leuk vinden om de stap van recreatief naar prestatief tennis te maken. Dat gaan we over heel Nederland uitrollen. We beginnen in het najaar van dit jaar, maar voor we het hele land in kaart hebben en we als KNLTB overal samenwerkingsverbanden hebben, zijn we wel twee jaar verder. 2020-2021 moet het overal staan.
Waarom is dit instrument nodig? In 2012 had de KNLTB 138.000 jeugdleden. Nu zijn het er 97.000. Daarvan hebben we momenteel maar voor dertig tot veertig procent op het vizier wat er aan jonge jeugd rondloopt die cluboverstijgend niveau heeft. De vijver is afgelopen jaren in omvang dus al veel kleiner geworden en dan hebben we door het wegvallen van die instroomtrainingen ook nog eens minder kinderen in beeld. Ga het effect maar na. Dat moet anders. Beter.
We doen ook dingen goed. Qua instroom op beginnersniveau zitten we met absolute cijfers zelfs bij de beste bonden van Nederland. Het ‘vinden’ is dus oké, het ‘binden’ doen we best redelijk, maar stap 3 het ‘boeien’ en stap 4 het ‘ontwikkelen’ zijn een stuk minder. Het gemiddelde jeugdlid is maar 2,9 jaar lid. Dat is te kort en zal hoogstwaarschijnlijk niet alleen voor tennis gelden.
We zien dus wel dat we clubtrainers hebben die nieuwe kinderen goed opvangen. Stap twee moet zijn dat we die kinderen vervolgens verleiden tot wedstrijdjes spelen, stap drie dat er nog een gezinslid lid is of wordt en stap vier dat kinderen die bovenmatige aanleg hebben een extra trainingsmoment aangeboden krijgen met gelijkgezinden. Al die stappen na het ‘vinden’ moeten er toe bijdragen dat kinderen langer lid blijven en dat er prestatief meer kinderen komen bovendrijven.
We hebben het missen van het instroom-instrument afgelopen periode ingevuld met scoutingsdagen in samenwerking met onze gecertificeerde tennisscholen, maar dan zag je direct de gevoeligheid bij de lokale trainers en tennisscholen. ‘Als ik hem daarheen stuur, dan gaat mijn leerling blijvend ergens anders heen.’ Dat is absoluut niet de bedoeling. Het kind moet lekker op de eigen club blijven, het moet een extraatje zijn dat wij faciliteren en ondersteunen.
Het is additioneel voor kinderen die op de eigen club een cluboverstijgend niveau hebben. En we willen juist méér samenhang creëren tussen tennisleraren en de door de KNLTB gecertificeerde scholen.
Wat kinderen of ouders er praktisch van kunnen gaan merken? In sommige regio’s misschien niets, omdat daar al zoiets is. Daar kunnen misschien de groepen groter worden. In andere regio’s, waar nog niets is, komt er ineens een centrale training, waarbij wij de baanhuur faciliteren, of op een andere manier bijdragen in de kosten van de extra trainingen. Scheelt ouders gewoon geld.
De winst voor tennis is niet alleen dat we meer kinderen in beeld krijgen en dat kinderen langer lid blijven met voor hun meer plezier en uitdaging, maar ook dat we kinderen op hun elfde, als het echt selectietennis wordt, dan al vier jaar kennen en een beter beeld van ze hebben.
Het ‘vinden’ doen we prima. Nu nog het binden, boeien en ontwikkelen op datzelfde niveau brengen. Mooie uitdaging; voor ons tennisliefhebbers samen.
Ben jij trainer en doe je al iets met instroomtraining, vul dan deze korte vragenlijst in.