Goed nieuws de afgelopen week vanuit Den Haag, jongvolwassenen t/m 26 jaar mogen meer sporten en ook weer dubbelen. Helaas dus niet voor mij. Vaak wens ik dat ik nog jong was, en deze week helemaal nu ik Abraham heb gezien. Ach, wat zou ik ook graag weer een dubbeltje spelen en wat hoop ik dat de competitie in mei echt van start kan gaan. Neem van mij aan, samen met NOC*NSF zetten we ons echt in voor verdere versoepelingen in de sport, we hebben het allemaal zo nodig.
Intussen tennis ik nog wel veel, gewoon om lekker in beweging te blijven. Het weer was ons goed gezind. Op de winterse dagen na dan, maar dat was ook wel een fijne afleiding. En ik ben niet de enige op de baan, elke dag is het druk op het park. Iedereen geniet en veel verenigingen hebben ook deze maanden al weer nieuwe leden kunnen verwelkomen. De ledengroei zet door. Ten opzichte van 2020 tellen we nu 5,6% meer leden, een plus van 27.000. Dat is voor het eerst in 15 jaar.
We zien ook een lichte stijging bij de jeugd. En dat is fijn, want sinds een aantal jaren is ‘jeugd’ bij ons een van de belangrijkste aandachtsgebieden. Niet alleen omdat de jeugd de toekomst heeft, maar ook omdat het zorgt voor een goede basis op de vereniging van waaruit er verder wordt doorgestroomd.
Toen ik een aantal jaren geleden bij de KNLTB begon, was een van mijn stokpaardjes dat elk kind in een team zou moeten zitten. Want kinderen zitten niet op tennisles maar op tennis! Te vaak wordt tennis nog als lessport gezien en niet als wedstrijdsport. Daar moet verandering in komen en gelukkig begint dat vorm te krijgen.
Inmiddels hebben zo’n 20% van de verenigingen Tennis Alles-in-1, waarbij kinderen een lidmaatschap automatisch combineren met competitie spelen, trainen en deelname aan toernooien en evenementen. Zo wordt tennis leuker voor de kinderen, ze maken vriendjes en blijven langer lid. En het mooie is, dat zien we ook terug in de cijfers bij deze verenigingen, in competitiedeelname en in behoud.
Hoe gaan we er met z’n allen voor zorgen dat kinderen het hele jaar door wedstrijden (kunnen) spelen? Alleen een voorjaars- en najaarscompetitie spelen is niet voldoende. Bovendien doen veel kinderen maar aan één competitie mee, dus dan is het aantal wedstrijden op een heel jaar helemaal te weinig… Hoe pak je dat dan aan, meer wedstrijdvormen en activiteiten op de club?
Om het laagdrempelig te houden kun je als vereniging en als leraar denken aan alle varianten tussen training en een ‘officiële’ wedstrijd. Bijvoorbeeld een extra wedstrijdtraining, een onderling toernooitje in het weekend, of straks als er iets meer ruimte is een uitwisseling met de vereniging uit de buurt of een Tenniskids toernooitje. Zeker in deze tijd kun je de binding met jeugd versterken door ze lekker onderling wedstrijdjes te laten spelen op je park. Dat kan en mag binnen de huidige maatregelen.
Een van de meest effectieve wervingskanalen is Menzis Tenniskids@school (schooltennis). Dat is in deze periode praktisch onmogelijk, maar hoe krijg je dan nieuwe jeugdleden? Effectief zijn trainingen waarbij vriendjes welkom zijn of juist proeftrainingen voor alle kinderen van bestaande seniorleden. Probeer dus vooral te denken aan wat wel mag en waarmee je ouders kunt ontlasten en kinderen kennis kunt laten maken met tennis; win-win-win.
En ook richting toptennis is veel wedstrijden spelen belangrijk. Kinderen worden daardoor beter, gaan het leuker vinden, gaan toernooien spelen, komen in het vizier en kunnen bijvoorbeeld bij een van onze Instroomlocaties terecht.
Kortom, pak de jeugd aan! Nodig ze uit, samen met een vriendje en laat ze snel veel wedstrijdjes spelen. In ons aller belang en vooral dat van het kind.