Maar liefst 31 binnensportbonden en belangenorganisaties, waaronder de KNLTB, hebben maandagmiddag gezamenlijk een brief gestuurd naar minister-president Rutte, minister De Jonge, minister Van Ark en de Tweede Kamer om meer perspectief te vragen voor de zes miljoen sporters die zij vertegenwoordigen. Deze zes miljoen binnensporters, de helft van sportend Nederland, staan door de coronamaatregelen buitenspel.
Demissionair minister-president Rutte erkende op de persconferentie van 8 maart jongstleden dat sport een deel van de oplossing is om de samenleving vitaal en gezond te houden:
“U hebt misschien ook de berekeningen gezien dat we gezamenlijk miljoenen coronakilo’s zijn aangekomen. Omdat er weinig dingen gezonder zijn dan samen sporten, en dan denk ik ook aan de geestelijke volksgezondheid, wordt het vanaf dinsdag 16 maart mogelijk met maximaal vier mensen vanaf 27 jaar in de buitenlucht te sporten, op 1,5 meter en georganiseerd op een sportaccommodatie. Het is een kleine aanpassing die weer een verschil kan maken.”
Sporten en bewegen is echter voor een groot deel van onze bevolking nog steeds onmogelijk.
Op dit moment staan bijna zes miljoen mensen buitenspel, waaronder veel kinderen. Het gaat om al die mensen die tot vorig jaar maart bij binnensportclubs, tennis- en padelcentra, zwembaden, sport- en dansscholen met grote regelmaat actief waren. Van deze zes miljoen mensen die in januari 2020 nog actief hun sport beoefenden was in januari 2021 nog slechts een derde over. Zeker vier miljoen binnensporters missen daardoor de mogelijkheid om met hun sport geluk, plezier en ontspanning te vinden. Deze groep heeft ook nauwelijks de gelegenheid om aan hun sterk afgenomen mentale en lichamelijke gezondheid te werken.
Uit de sportdeelname index blijkt dat deze daling o.a. het grootst is onder kinderen en jongeren. En dat terwijl vitaliteit en weerbaarheid juist nu nodig zijn om uit de crisis te komen. Op dit moment sport nog maar de helft van de jeugd minimaal één keer per week, terwijl we in Nederland eraan gewend waren dat 80% van deze leeftijdsgroep wekelijks actief aan sport doet. Ruim één miljoen kinderen tot 18 jaar sport hiermee niet of veel minder.
Gerard Dielessen, algemeen directeur NOC*NSF:
“Zeker driekwart van de kinderen was begin vorig jaar nog actief aan het sporten, nu geldt nog maar voor net iets meer dan de helft. Dit is historisch laag. Een grote groep kinderen sport nu al bijna een jaar helemaal niet meer. Met name de sluiting - ook voor kinderen - van alle binnensportaccommodaties is daar een belangrijke oorzaak van. De gevolgen zijn ernstig en niet alleen bij kinderen. Daar moeten we ons echt grote zorgen over maken. De weerbaarheid, gezondheid en vitaliteit van de samenleving staan op het spel. Daarom is het zo belangrijk dat de binnensporten ook weer aan de gang kunnen.”
Oproep aan politici: Heb oog voor de helft van sportend Nederland
Juist in het belang van de volksgezondheid vragen de 31 verenigde binnensportbonden en belangenorganisaties zeer dringend om bij de volgende keuzes die de Tweede Kamer moet maken, oog te hebben voor de helft van sportend Nederland die nu noodgedwongen inactief is. De ondertekenaars van de brief staan klaar met alle binnensportsportclubs, tennis- en padelcentra, zwembaden, sport- en dansscholen om ook deze groep een gezond en veilig sportaanbod te bieden en zo ook deze sportinfrastructuur levend te houden. Dat hoeft niet in één keer, maar stapsgewijs gelijklopend met het verminderde risico door het vaccineren en testen.
Erik Poel, algemeen directeur KNLTB:
“Tennis en padel was de afgelopen maanden buiten beperkt mogelijk, maar de vele indoor tennis- en padelcentra zijn nog steeds gesloten. Veel mensen kunnen daardoor nu niet sporten. Het is heel belangrijk dat alle binnensportaccommodaties ook snel weer open gaan, zodat meer mensen elkaar weer kunnen treffen om hun sport te beoefenen.”
De binnensporters hebben perspectief nodig. Op die manier werken we samen aan een fit en vitaal Nederland, nu en in de toekomst.