In 2024 is het feest. De KNLTB bestaat op 5 juni namelijk 125 jaar. En wie jarig is, trakteert natuurlijk. Er zijn allerlei jubileumactiviteiten en het jaarlijkse congres voor bestuurders en tennisleraren tijdens het ABN AMRO Open in februari staat deels in het teken van het 125-jarig bestaan. “We begonnen in 1899 met zo’n 8 verenigingen. Inmiddels zijn dat er 1650 en beleven 640.000 mensen veel plezier aan tennis en padel. Daar zijn we trots op. Onze ambitie is om in de toekomst 1 miljoen tennissers en padellers met elkaar te verbinden’’, zegt Erik Poel, directeur van de KNLTB.
Op 5 juni 1899 kwamen 14 mannen bij elkaar in het Poolsche Koffiehuis in Amsterdam. Doel van de bijeenkomst: het oprichten van een nationale tennisbond. Dat was nodig om het organiseren van wedstrijden en toernooien te vergemakkelijken en uitzending naar internationale wedstrijden te kunnen regelen. Poel: “Voor die tijd werden er al wel wedstrijden georganiseerd, maar door de groei van de sport werd het tijd voor een nationale tennisbond die dat ging oppakken. Dat ging de net opgerichte tennisbond dus doen. En dat doen we nog steeds. Al vanaf het allereerste begin is de KNLTB een letterlijke matchmaker.”
Een van de eerste officiële toernooien die de Nederlandse Lawn Tennis Bond – het predicaat Koninklijk werd verkregen bij het 40-jarig jubileum in 1939 – organiseerde, was het Nederlands kampioenschap in Rotterdam. Sinds 1894 was er in het herenenkelspel een nationale wisselbeker te winnen tijdens een jaarlijks toernooi tussen spelers van verschillende verenigingen, maar de winnaars van 1899 (Karel Beukema en jonkvrouw Teding van Berkhout) gingen de boeken in als de allereerste Nederlands kampioenen in het enkelspel.
Gestage groei, veranderende rol
Daarna ontwikkelde de sport en het ledental zich gestaag. In 1914 waren er 62 tennisverenigingen met in totaal 4000 leden, in 1940 waren dat er 350 met 35.000 leden. Tegenwoordig heeft de KNLTB 640.000 leden en ruim 1650 verenigingen. De rol van de KNLTB is in de afgelopen 125 wel veranderd. “Nog steeds organiseren we toernooien en competities en zijn we er natuurlijk voor onze verenigingen. Maar tegenwoordig doen we veel meer dan dat. We zijn een verbinder van steeds meer partijen in tennis en padel. Verenigingen, individuele leden, niet-leden, leraren, commerciële aanbieders. Tussen hen zijn we een matchmaker met de ambitie om 2026 een miljoen Nederlanders van tennis en padel te laten genieten in welke vorm dan ook’’, zegt Poel.
Om dit te realiseren wil de KNLTB de sport toegankelijk en betaalbaar houden voor iedereen, door het bouwen aan één ecosysteem waarin voor iedere sporter een aanbod op maat is. Poel: “Van de klassieke verenigingsspeler tot de ‘klant’ die slechts een paar keer per jaar een baan huurt en alles daartussen.” Zo is voor zowel klanten als leden de afgelopen jaren Meet & Play ontwikkeld. In dit digitale platform kan iedereen snel een tennis- of padelbaan in de buurt vinden en boeken. Ook wordt gedacht aan nieuwe lidmaatschapsvormen en is het aanbod van competitie-, toernooi- en wedstrijdvormen volop in ontwikkeling. “De maatschappij vraagt om flexibel aanbod. Het klassieke weektoernooi waarbij je maximaal één verhindering op mag geven past lang niet meer bij alle spelers. Dag-, avond- en weekendtoernooien zijn mooie aanvullingen. Bij padel is dat heel normaal. De sporten kunnen over en weer veel van elkaar leren.”
In de visie van de KNLTB staat de speler centraal in het tennis- en padellandschap. Flexibiliteit en gemak vormen de basis. Poel: “Alle spelers, verenigingen, centra, leraren en andere organisaties kunnen naast elkaar bestaan en samenwerken in één netwerk. De KNLTB is de verbinder, de matchmaker, tussen al deze partijen.”
'We groeien weer’
Het gaat goed met tennis en padel in Nederland. De bond en de meeste verenigingen zijn financieel gezond. Sinds 2019 zit het aantal leden weer in de lift, na een dip begin deze eeuw. Op het hoogtepunt halverwege de jaren negentig van de vorige eeuw had de KNLTB ruim 740.000 leden. “Daar zijn we nog niet, maar sinds vier jaar groeien we weer”, zegt Poel. Er kwamen sinds 2018 90.000 leden bij. “Dat zijn niet alleen padellers, zoals vaak wordt gedacht. Ook het tennis groeit. Dat is mede te danken aan corona. Tennis was een van de weinige sporten die beoefend mochten worden.”
De gunstige ontwikkelingen betekenen niet dat er geen uitdagingen liggen voor de toekomst. Een tekort aan tennis- en padelbanen is er een van. “De ruimte is in ons land beperkt. Verenigingen en andere aanbieders die banen willen aanleggen, kunnen dat niet altijd. In Amsterdam bijvoorbeeld is een tekort aan 75 tennisbanen en ook elders in het land is de vraag groot. Extra accommodatie creëren is een belangrijk speerpunt voor de komende jaren.”
Ook de betaalbaarheid en de toegankelijkheid van de sport zijn speerpunten voor de KNLTB. Die onderwerpen hebben deels te maken met de schaarste aan accommodaties. “Maar ook de economische gevolgen van bijvoorbeeld de energiecrisis spelen een rol’’, aldus Poel.
Ten slotte is er de vergrijzing in de samenleving. Voor de KNLTB is dat niet per sé een negatieve ontwikkeling. Tennis kun je immers tot op hoge leeftijd beoefenen. “Maar een compleet vergrijzende achterban is ook niet goed. Daarom blijven we inzetten op een breed toegankelijk kennismakingsaanbod voor allerlei doelgroepen en op de jeugd in het bijzonder.” Uiteindelijk heeft de jeugd de toekomst. Een toekomst van wellicht nog 125 jaar.