Het belangrijkste woord dat de carrière van de voormalige Spaanse tennistopper Alex Corretja typeert? Geduld. “Dat zou je niet verwachten hè?”, vraagt hij het publiek van 2500 tennis- en padelleraren, verenigingsbestuurders en eigenaren van commerciële tenniscentra tijdens het Jaarcongres van de KNLTB. “Maar geloof mij, geduld is de sleutel. Het heeft me veertien jaar gekost om mijn doel te bereiken. Als ik net zo ongeduldig was geweest als mensen die sushi bestellen en boos worden als het niet binnen 20 minuten bezorgd wordt, dan was het helemaal niets geworden.”
Het publiek knikt lachend. Corretja kon in de jaren ’90 en 2000 een aardig potje tennissen. Hij werd nummer twee van de wereld, bereikte twee keer de finale van Roland Garros, won de ATP Finals (toen ATP wereldkampioenschap) en met Spanje de Davis Cup. Maar spreken voor een zaal gaat hem ook uitstekend af. Zijn verhaal is niet alleen grappig, vol (zelf)spot en inspirerend, maar past ook naadloos in het verhaal van de KNLTB.
Corretja deed er 14 jaar over om zijn top te bereiken. Bij de KNLTB duurde het iets langer: 125 jaar om precies te zijn. Die jaren van hard werken zijn niet voor niets geweest. 125 jaar na de oprichting door twaalf tennissers weet de bond meer racketsporters dan ooit te verbinden. Vorig jaar speelden 778.000 tennissers, padellers en pickleballers op meer dan 2000 locaties. Als het aan de bond ligt, zijn er dat er in 2026 een miljoen. “De samenleving verandert en dat brengt uitdagingen met zich mee. Ledentallen van bonden lopen terug. Als KNLTB vormen we daarop een uitzondering. Samen met de verenigingen en de commerciële centra kunnen we ervoor zorgen dat er meer mensen meer gaan tennissen en padellen’’, zegt algemeen directeur Erik Poel.
Daarvoor is vernieuwing essentieel. Dat zegt ook Corretja in zijn presentatie. “Als je jezelf niet vernieuwt, kom je vast te zitten. Als het goed gaat, moet je streven naar verbetering. Continu.” Dat gold voor hem in zijn carrière, maar ook voor de bond en tennis- en padelaanbieders. Leren van je ervaringen is cruciaal, zegt Corretja. Hij laat een filmpje zien van de kwartfinale van de US Open in 1996. Na 4 uur spelen speelt hij een tiebreak tegen Pete Sampras, op dat moment nummer 1 van de wereld. “Wat doe ik op matchpoint tegen? Ik sla mijn service naar zijn forehand. Terwijl ook hij geen energie meer had en ik wist dat zijn backhand zijn minste slag was.” De bal gaat uit en de tweede service ook. Game-set-match Sampras. “Na vier uur tennis sla ik op het beslissende moment twee baggerservices.” Corretja zit er op het filmpje verslagen bij, handdoek over zijn hoofd. “Toch voelde het niet als falen. Ik was 22 en ik had het de onbetwiste nummer 1 van de wereld heel moeilijk gemaakt. Het voelde voor mij als een mogelijkheid om echt succesvol te worden als tennisser.”
Corretja laat een volgend filmpje zien. Het is twee jaar later en hij speelt weer tegen Sampras. Dit keer in de halve finale van het ATP wereldkampioenschap, het eindejaarstoernooi dat nu ATP Finals heet. Opnieuw een beslissende tiebreak, maar nu matchpoint voor Corretja. “Ik moest opnieuw serveren en dacht aan die verloren partij van twee jaar daarvoor. Daar had ik veel van geleerd. Ik serveerde naar zijn backhand en hij sloeg in het net.” Later won Corretja de finale en kroonde hij zich tot de officieuze wereldkampioen. “Dat was niet gelukt als ik niet was blijven leren en mezelf en mijn spel was blijven vernieuwen. Dat geldt niet alleen voor mij als tennisspeler, maar voor jullie allemaal. In het bedrijfsleven, bij de club. Verbeter jezelf, hernieuw je doelen, dan kun je groeien.”
Ook visualiseren waar je naar toe wil is essentieel. Dat moet dan wel een positieve visualisatie zijn, zegt Corretja. “Wat je in je hoofd bedenkt, is belangrijker dan je denkt.” Opnieuw put hij uit zijn eigen ervaring. Hij speelde eens tegen Lleyton Hewitt op de Australian Open. “Dat was zijn thuis en het publiek was natuurlijk voor hem. We liepen door de catacomben naar de baan en ik weet nog dat ik dacht: als ik maar niet met 6-0 6-0 6-0 verlies…. Ik verloor de eerste met 6-0, de tweede ook. In de derde stond het 4-0 en ik was zo boos.” Het werd uiteindelijk 6-1. De les van Corretja: “Wat er door je hoofd gaat voor een wedstrijd, of presentatie, of welk belangrijk moment dan ook, heeft impact. Als je je bedenkt dat je gaat falen, dan is dat wat waarschijnlijk gaat gebeuren. Dus bekijk het van de positieve kant, dat helpt.”
Dat doet de KNLTB dan ook. De bond heeft een duidelijk doel voor ogen: een miljoen racketsporters verbinden bij verenigingen, commerciële centra en via boekingsplatform Meet & Play. En dat samen met leraren, vrijwilligers en eigenaren van de centra. Tijdens het congres gaan diverse sprekers in tafelgesprekken in op hoe dat doel de komende jaren bereikt kan worden. Tenniskids TOF, flexibel aanbod voor allerlei doelgroepen, samenwerking en voldoende en betaalbare accommodaties spelen een belangrijke doel. Wordt het eenvoudig? Waarschijnlijk niet. Maar met een beetje positieve visualisatie kun je een boel bereiken.
Uitgangspunt in die visualisatie is de speler die centraal staat. Poel: “De speler is veranderd. Die wil spelen wat die wil, wanneer die wil en waar die wil. Verenigingen en centra met een flexibel aanbod, in de vorm van verschillende lidmaatschappen, wedstrijdformats en lesaanbod, kunnen groeien en bloeien.”
Ook de speler Corretja, de keynote spreker van het congres, stond in zijn eigen carrière centraal. Maar hij stond nooit alleen. Altijd had hij een team van mensen om zich heen, waardoor hij kon excelleren. “Is tennis een individuele sport of een teamsport? Het is beide. Je staat als tennisser alleen op die baan. Jij voelt de druk, jij moet beslissen waar je die bal heen slaat en alleen jij slaat die bal in of uit. Maar zonder team kom je nergens.”
Dat is in het tennis- en padellandschap precies zo. De speler moet kunnen spelen, maar de verenigingen, centra en de bond vormen het team waardoor dat mogelijk is. “Alleen als we samenwerken kunnen we het beste aanbod voor de speler creëren en zo onze mooie racketsporten laten groeien en bloeien’’, zegt Poel.